Trombosezorg

Bij trombose is er sprake van een bloedstolsel in de bloedbaan. Dit stolsel kan zorgen voor een vernauwing of afsluiting van een bloedvat. Door deze vernauwing of afsluiting kan onder andere een TIA of trombosebeen ontstaan. Trombose kan spontaan optreden maar er zijn ook bepaalde ziekten of omstandigheden waarbij de kans op het krijgen van trombose groter is zoals hartritmestoornissen, langdurige bedrust of immobiliteit.

Wilt u contact opnemen met de trombosedienst, klik dan hier.

Het goed instellen van uw bloedstolling gebeurt aan de hand van uw stollingstijd die wordt aangeduid als INR-waarde. Op basis van deze INR-waarde kan de dosering van uw medicijnen aangepast worden. Een aantal factoren kunnen de instelling negatief beïnvloeden. Het is belangrijk dat u dan contact met ons opneemt.

Wanneer u anti-stollingsmedicatie gebruikt is het aan te raden dit te melden bij uw zorgverlener, bijvoorbeeld uw huisarts, tandarts, mondhygiënist of specialist.

In het weekend en op feestdagen kunt u in dringende gevallen telefonisch contact opnemen met de Trombosedienst van SALT op telefoonnummer 06-51595835 tussen 17.00-18.00 uur.
Buiten kantoortijden kunt u, in acute situaties, contact opnemen met uw regionale Huisartsenpost.

Bij een levensbedreigende situatie belt u altijd 112.

Medewerkers van de Trombosedienst verzorgen de bloedafname voor bepaling van de INR-waarde. De bepaling van de INR wordt in een laboratorium uitgevoerd. De dosering wordt vastgesteld op geleide van de INR en aanvullende belangrijke medische gegevens. U ontvangt na iedere controle de dosering en de nieuwe controledatum.

Voor het bepalen van de INR-waarde wordt gebruik gemaakt van de vingerprik; met een klein prikje in de vinger en slechts één druppel bloed wordt uw stollingswaarde bepaald. De uitslag is kort daarna beschikbaar waardoor er snel geanticipeerd kan worden op uw INR-uitslag. In slechts enkele gevallen kan bloedafname vanuit de arm alsnog noodzakelijk blijken te zijn.

Op het doseerschema staan naast uw persoonsgegevens, de INR-waarde, de streefwaarde, het antistollingsmedicijn dat u slikt en de dosering. Ook staat de datum voor de eerstvolgende bloedafname vermeld.

Op de onderste helft kunt u bijzonderheden vermelden. De bloedafnamemedewerker zal deze bijzonderheden altijd met u bespreken bij de bloedafname.

Wij raden u aan uw oude doseerschema weg te gooien wanneer u een nieuwe heeft ontvangen. Zo voorkomt u vergissingen bij het innemen.

Tijdens de vakantie kan het soms nodig zijn uw INR-waarde bij een ander laboratorium te laten controleren. U kunt daarvoor bij alle trombosediensten in Nederland terecht. Wij kunnen u informeren over de diverse trombosediensten in Nederland.
U krijgt van ons een ‘vakantiebrief’ in de taal van het land van bestemming, met de doseringen, de reden van antistolling en de laatste INR-waarden. U kunt met deze gegevens altijd worden geholpen op andere plekken in binnen- of buitenland.

Bij het reizen naar het buitenland is ook de medische voorbereiding belangrijk. In de meeste landen zijn de voorzieningen over het algemeen goed en kunt u terecht bij ziekenhuizen en laboratoria voor het bepalen van de INR-waarde en waarbij mogelijk een doseringsadvies wordt afgegeven. U kunt ook vanuit het buitenland de gevonden INR doorbellen aan ons, wij geven u dan een doseringsadvies. Indien u voor dit laatste kiest is het noodzakelijk dit tevoren met ons te overleggen. Soms is het mogelijk om uw doseerschema over uw vakantie heen te tillen, wanneer u dit tijdig aan ons doorgeeft.
Voor een aantal landen zijn vaccinaties en/of malariapillen nodig. Geef altijd aan dat u bloedverdunners gebruikt.

Bij een zwangerschapswens moet u contact opnemen met uw huisarts, specialist en de trombosedienst. Dit is belangrijk omdat antistollingsmiddelen zoals acenocoumarol en fenprocoumon de placenta kunnen passeren en in de eerste drie maanden van de zwangerschap aangeboren afwijkingen kunnen veroorzaken. Daarna is dit risico veel kleiner. In onderling overleg met uw zorgverlener kan het beste beleid worden vastgesteld.

Als u tijdens uw zwangerschap trombose krijgt of om een andere reden antistollingsmiddelen moet gebruiken, overleg dit dan goed met uw arts.

Verschillende organisaties, waaronder SALT, zijn actief op het gebied van antistolling en vallen onder de Wet Medezeggenschap Cliëntenraden Zorg 2018. Ze hebben ervoor gekozen om één identieke cliëntenraad op te zetten. Deze raad kan voor de hele organisatie functioneren, voldoet aan de wettelijke eisen en kan tegelijkertijd de belangen van patiënten op het gebied van antistolling in Nederland beter behartigen. Hierbij wordt met name gelet op kwaliteitsaspecten zoals ervaren door de cliënten.

Wilt u meer informatie of heeft u een vraag? Dan verwijzen wij u naar CTD Nederland, dit is de Cliëntenraad Trombose Diensten waar SALT zich bij heeft aangesloten.